Het verhaal van:
Ton Krijgsman
Mijn vader was pas 15 jaar oud toen de Tweede Wereldoorlog zijn leven volledig veranderde. Zijn vader was ziek, zijn oudste broer zat ondergedoken en zijn zus studeerde medicijnen in Amsterdam, waar ze ook ondergrondse werk verrichtte. Het jongste broertje was vaak ziek en ondervoed en weigerde bloembollen te eten, wat hen nog meer in de problemen bracht. Het was een zware tijd voor het gezin.
Mijn vader kreeg de taak om naar familie in Friesland te reizen. Zijn vader had een adres weten te bemachtigen van een man die goederen naar Friesland bracht met een vrachtboot, een zeilboot die alleen 's nachts vaarde, wanneer het bewolkt was. Het verkeer over het ijsmeer werd nauwlettend in de gaten gehouden en geregeld beschoten. Het was dus een gevaarlijke onderneming.
Mijn vader vertrok op een oude fiets, met een rubberen tuinslang om het achterwiel en een aangepaste vork met een autopetwieltje voor het voorwiel. De Duitsers hadden geen interesse in de fiets, wat zijn enige voordeel was. Zo vertrok hij richting Hoorn, het adres waar hij moest zijn.
Op het adres in Hoorn waren er onderduikers: twee mannen en een zwangere vrouw. Deze mensen zouden met mijn vader meereizen op de boot. Ze reisden in een klein hutje, verborgen onder een vracht groene kolen. Toen de boot de sluis uit mocht, ademden mijn vader en de andere passagiers even op het open water, maar de anderen werden zeeziek van de golven.
Voor Lemmer moest mijn vader weer in de kleine, benauwde ruimte kruipen, samen met de zenuwachtige mede-passagiers. De spanning was te snijden, vooral toen ze de voetstappen van de Duitsers hoorden. Dit was de laatste boot die toestemming had om naar Friesland te varen, en de inspecties waren streng. Maar uiteindelijk, in het duister, reed mijn vader met zijn vreemde fiets langs de muren, voorzichtig en onopvallend, naar Warga.
Zo kwam hij uiteindelijk bij zijn oom en tante in Warga. Zijn oom was hoofdonderwijzer en het woonhuis stond naast de school. Daar verbleven vijf of zes onderduikers, waaronder een echtpaar met twee kinderen die zelfs op de echtelijke slaapkamer moesten slapen. Mijn vader en zijn vier kinderen sliepen op de vloer op zolder. Dit was een paar maanden voor de bevrijding.
Op een dag, 5 mei, gebeurde iets bijzonders. Alle dorpsbewoners kwamen naar het dorpsplein, waar de burgemeester hen vertelde dat de oorlog voorbij was! De bevrijding was een feit en overal gingen de vlaggen uit. Maar voor mijn vader was het vooral een gedachte: 'Ik kan weer naar huis!'
Op 7 mei stapte mijn vader op zijn fiets, met een gevulde fietstas vol kaas, boter en aardappelen, en begon de moeizame terugreis naar huis. Na 15 zware dagen, met vele obstakels en gevaren, was hij eindelijk weer thuis. De volgende dag was hij jarig, en werd hij 16 jaar oud.

Ooggetuige
Bevrijdingsverhaal
Datum: 18 april 1945
Locatie: Warga





