Het verhaal van:

Marianne van den Rijk

Mijn moeder vertelde vaak over de periode vlak na de oorlog. Over haar oom Adje die levend terugkeerde uit een concentratiekamp en over een traktatie die ze altijd zal blijven herinneren.

Na de bevrijding ging mijn moeder dagelijks met mijn oma naar het station. Elke dag opnieuw wachtten ze daar in spanning, in de hoop dat haar broer, mijn oom Adje, zou terugkeren uit het concentratiekamp waar hij naar was afgevoerd. De angst, de onzekerheid, het eindeloze wachten – het drukte zwaar op hen. Maar op een dag kwam het ongelooflijke bericht: hij leefde nog. Oom Adje was teruggekeerd, tegen alle verwachtingen in. Hij had zelfs in de dodencel gelegen, maar was er op wonderbaarlijke wijze toch levend uitgekomen. Zijn thuiskomst werd dan ook groots gevierd – het was een moment van diepe opluchting en vreugde dat zij haar leven lang met zich meedroeg.

Ze sprak ook vaak over het Zweedse wittebrood dat na de bevrijding vanuit de lucht werd uitgestrooid. Voor haar was dat geen gewoon brood, maar iets bijzonders, een echte traktatie. Ze noemde het altijd liefkozend ‘een gebakje’. De smaak, de zachtheid, het gevoel van hoop dat ermee gepaard ging – het was een herinnering die ze nooit zou vergeten.

Ooggetuige

Bevrijdingsverhaal

Locatie:

Deel artikel: